Het loopt nog niet helemaal soepel sinds een zeker iemand een poging deed dit logboek te professionaliseren. Nieuwe berichten kreeg ik niet geplaatst. Maar als het goed is gaat ie het nu weer doen.
Ondertussen is het herfst geworden en zijn we 55 jaar verder en typ ik dit vanuit een ruimtebol zwevend in een baan rondom de planeet Masketoet. Dat van de herfst is echt zo. De herfst is er. De afgelopen 30 jaar werd ik zo half augustus al een klein beetje ongelukkig vanwege het idee dat het vanaf dan tot laten we zeggen maart doffe ellende werd, met als toppunt het donkere hol van november omdat je wist: het duurt nog heeeeeeel lang voor het weer iets beter wordt. En met weer bedoel ik niet alleen het meteorologische weer maar gewoon alles. Maar sinds ik naar de Veluwe verhuisd ben heb ik voor het eerst sinds 30 jaar een soort zin in de herfst. Omdat ik nu ook voor het eerst de voordelen van de herfst meemaak namelijk HET BOS. Voor wie zich afvraagt waarom ik in Capslock schrijf en of dat niet wat overdreven is: ik moet ongesteld worden en mijn hele wezen staat momenteel in de Capslock stand. Vandaar. Dus ja. Eh waar was ik? O ja het bos. Doordat ik bijna dagelijks in het bos ben zie ik alle fantastische veranderingen die bij de herfst horen. Ik zie de blaadjes, de paddestoelen, de vochtigheid, de natte boomwortels, kastanjes, eikeltjes, het ruikt naar grond. Het is op de een of andere manier heel troostend om door de bladeren te sloffen, kijkend naar het bijzondere universum van paddestoelen en gewoon een beetje te zijn. En dan is het fantastisch. En voor de rest is het een kwestie van pompoenen eten en paddestoelen en kastanjes, brood bakken en nadenken over het leven. Of naar de vogeltjes kijken die zich vol eten bij ons raam. Als je geen zin hebt in een ijsje of een yoga sessie kun je ook gewoon lekker komen laden en lossen. Niks mis mee.
Afgelopen woensdag was het ineens nog 1 dag zomer. Ik hou enorm van de zomer in het bos: de droge dennenlucht, het stoffige van de paden en de bomen, struiken en planten op de toppen van hun kunnen. En ik daartussendoor, op mijn fiets, in- en uitademend, mijn benen voortbewegend mijn ogen van links naar rechts en rechtdoor. De laatste mooie fietsdag misschien, binnenkort komt weer de tijd van het elke dag vies zijn en fiets schoonmaken. Maar nu even niet.
ProfessionaliseringErgens halverwege juli hoorde ik dat er een aantal mensen waren die mijn weblog lazen. En ik dacht mwah misschien moet ik em reanimeren. Zo gezegd zo gedaan ( wat een stomme uitdrukking is dat toch) en vandaar de opleving begin augustus. Vervolgens bedacht vriend K dat er wel een professionaliseringsslagje geslagen kon worden. Ikzelf dacht van niet maar ik moet zeggen: ik denk zulke dingen nooit. Zonde van mijn tijd. En dat bleek. Want via een of andere wonderlijke wormhole in het universum verdween het hele weblog. Ik kon er niet bij. En intussen was het momentum van vier weken wel zo n beetje voorbij. En nu doet ie het weer. De ouwe, klungelversie die ik eerst had. Ik vind het prima zo. Ik hou wel van klungelig.
Dus nu ben ik er weer. Tot hoe lang, dat is de vraag maar in deze historische tijden is niets zeker. DickSnackbar Charly en ik die aan het fietsen ben, zijn al eerder een gouden combinatie geweest. Snackbar Charly zit aan de rand van Apeldoorn en de vorige keer mocht ik er mijn bidons vullen. Aardig. Eergisteren had ik een best wel lange fietstocht gemaakt en ik dacht: patat. Patat en een ijskoude cola. Het had zich in mijn hoofd genesteld als een maaltijd van de goden terwijl het dat eigenlijk niet is. Sommige dingen zijn alleen lekker als je aan het fietsen bent of hebt gefietst. Ik drink eigenlijk nooit cola. Behalve als het buiten snoeiheet is en ik gefietst heb. Dan is cola het allerheerlijkste op aarde. Hetzelfde geldt voor patat. Ik geef er weinig om. Behalve als ik lang gefietst heb. De afgelopen anderhalve dag at ik twee keer patat en dronk ik 5 cola’s. Dat is mijn gemiddelde per jaar in minder dan 24 uur. En lekker dat het was! Bij snackbar Charly was het warm. Tegenover de snackbar was een park. Met een leeg bankje. In de schaduw. Zal ik je een dienblad meegeven? Dan kun je in het parkje zitten zei de persoon achter de toonbank. Het was een superaardige persoon. Ik weet niet of het een man of een vrouw was en het doet er niets toe dus daarom persoon. Er was nog een hele verwikkeling met piccalilly ( ik ben gek op piccalilly en ik was het bestaan ervan vergeten tot eergisteren dus) en het kwam erop neer dat ik ineens patat met mayonaise en curry en uitjes at maar dat maakte in dit stadium ook niet meer uit. Anyhoo en toen zag ik dit: Blijft toch klote als je Dick heet. Dan wordt het niks in de hairstyling business ben ik bang. Maar ik heb er geen verstand van, niet van Dicks en niet van hairstyling dus niets is zeker.
Ik weet niet wie ooit bedacht heeft om dit soort bordjes in de wereld te plaatsen maar hulde aan diegene. Het was geen Das denk ik, die zijn er volgens mij niet zo van. Als ik ergens aan het rondkarren ben op mijn avonturenfiets kom ik dit soort bordjes regelmatig tegen en ik lees ze graag. Ze zijn daarnaast ook uitermate geschikt om je fiets tegenaan te zetten, een bijkomstigheid waar de maker indertijd waarschijnlijk niet over na had gedacht maar wat wel heel fijn is. De bordjes staan vol met Informatie Over De Plek Waar Je Je Nu Bevindt en dat vind ik altijd leuk. Toch vraag ik me wel eens af of het waar is wat er staat. Ik ga er meteen vanuit dat het waar is want het staat met grote stelligheid op dat bordje. Maar pas bedacht ik me: wie controleert dat eigenlijk? En daarna bedacht ik me dat het fantastisch zou zijn als je als bordjesschrijver gewoon de hele toestand zou verzinnen. Je zou er een heel nieuwe geschiedenis van Nederland bij kunnen maken die dan werkelijkheid wordt voor de bordjeslezers die dat vervolgens al dan niet op betweterige toon door zouden vertellen aan hun medefietsers of wandelaars die op gehoorsafstand lusteloos een appeltje staan te eten, wachtend tot de bordjeslezer klaar is. We zouden talloze nieuwe diersoorten, kastelen van vroeger en personages kunnen scheppen. Te gek. Al hoop ik wel dat de Das echt is. Dat hij daar woont. In zijn burcht.
Ik ben er weerOnder enorme groepsdruk heb ik besloten dit weblog maar weer eens aan te zwengelen. Inderdaad, onzin, maar misschien is het een goed idee om es te kijken waar het heengaat.
Vanuit Dieren ( wat toch echt de beste plaatsnaam van Nederland is met de dorpjes Waterval en Muggenbeet op respectievelijk plaats 2 en 3) zal ik met grote onregelmaat verslag doen van de bijzondere zaken van het leven. En jullie als 5 lezers op de hoogte houden van de hoeveelheid wilde zwijnen die ik al heb gezien ( de teller is blijven steken op 769, ook de zwijnen zijn met vakantie in eigen land). |
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |