In december was ik 2 x een paar dagen ziek. Ergens halverwege december en met kerst. Begin januari voelde ik me niet helemaal fit. Ik werd steeds moeier. En toen ineens had ik een lichte longontsteking (zei de dokter). Een paar dagen later was het weer bijna over. Vervolgens begon het hoesten. En kreeg ik koorts. Dat was niet goed zei de dokter. Je hebt wel erg vaak last van je luchtwegen. Misschien heb je toch een vorm van asthma. Ik kreeg een pufje mee. De hele Tour de France gebruikt het zei de dokter. Nou dan zal het wel goed zijn zei ik. Nou ja en ze gebruiken ook nog andere dingen zei de dokter. Ik heb een aardige en goede dokter. En hij houdt van fietsen. Dat spreekt voor hem. Dit moet nu wel met een paar dagen klaar zijn zei de dokter. Dus laat het even weten. Is goed zei ik. Ik liep naar buiten met een nieuwe en mij onbekende antibiotica kuur. Hee Sambutalmol zei K. Lachen dat gaan we gebruiken voor de volgende fietstest. Wat goed is voor het peloton is ook goed voor ons. Ik ga je er helemaal afrijden zei ik. K en ik weten allebei dat dat nooit gaat gebeuren. Ik stond vervolgens thuis te klunzen met een soort pompje en inhalator. Het voelt allemaal niet zo goed. Als ik overdag alleen maar in bed wil liggen klopt er iets niet. Ik hoest als een 80 jarige roker die zich verslikt heeft. En nu slik ik braaf de nieuwe antibiotica en andere pillen, lees ik de bijsluiter (moet je eigenlijk nooit doen als je hypochonder bent) en kijk ik voor de achtste dag op rij vanuit mijn bed naar de boekenkast, de vogeltjes buiten, naar de palmboomplant waarvan ik niet zeker weet of het palmboomfamilie is, naar mijn telefoon en ik drink thee. Ik slaap. Ik lees een thriller maar ik weet eigenlijk niet waar het over gaat.Ik verlang naar fietsen, naar bos, naar energie. Het komt wel weer. Tot later.
De tandarts neuriede het liedje carnaval festival. Voor wie het niet kent: het is een ongenadig irritant deuntje want dreinerig en carnavalesk EN het blijft de rest van de dag in je hoofd zitten. De kiespijn onder de deuntjes om maar bij het onderwerp te blijven. Ik zei: dat doe je expres he dat deuntje. Ze grinnikte. Ondertussen lag ik met mijn mond open in de stoel dus het klonk als dwahdoewjeeepweehee maar mijn tandarts kan heel goed openmondentaal verstaan. Ok zei ze, nou dan neurie jij nu een deuntje en dan moet ik dat raden. De assistente keek een beetje geschokt. Ik zei ooo-eee (ok) en ik neuriede een liedje van Nina Simone. Oo ik weet het riep de tandarts terwijl ze mijn kies aan het uitboren was, het is feeling good! Ik stak mijn duim op. Ok nu ik, nu ik! En ze neuriede een melodie die ik wel kende maar niet kon thuisbrengen. Ze kon mooi neuriën. Onvermoede kwaliteiten. Ik probeerde mee te neurieeen terwijl de assistente wat ongemakkelijk met het water en spuug afzuigapparaat in mijn mond bewoog. Het is alanis morissette maar ik weet niet hoe het liedje heet brabbelde ik. Ha het was uninvited zei de tandarts triomfantelijk terwijl ze iets met een vulling deed. Nu jij zei ze tegen de assistente. Echt niet zei de assistente. Dat doe ik niet hoor. Ok zei de tandarts tegen mij. Dan ben jij weer. Ik neuriede Jump van Van Halen, God knows why, waarschijnlijk vanwege het herkenbare intro. Maar nee, de tandarts had geen idee. Welk tijdperk ongeveer vroeg ze wat ik grappig vond en we gingen over in een soort hints omdat het makkelijker neurieen dan praten is met tandarts apparatuur in je mond. Vervolgens neuriede zij weer een liedje en ik bedacht me dat ik het heel gezellig vond en huiselijk. Dat is best knap als je bedenkt dat het 07:00 in de ochtend was en ik laten we zeggen op zijn minst wantrouwig ben ten opzichte van tandarts dingen. Toen ik klaar was bedankte ik haar. Ze liet me nog een melodie van Chopin horen op haar telefoon en ik liet haar de Trevor Horn versie van Dancing in the dark horen, mijn favoriete Bruce Springsteen cover. Toen was het tijd om te gaan. Over tot de orde van de dag.
|
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |