X kon niet geloven dat ik nog nooit in de Keukenhof was geweest. ‘Maar het is zo mooi daar! En het ruikt lekker en al die prachtige bloemenvelden! Ik ben er met mijn moeder geweest, je moet echt een keer gaan, kijk ik heb foto’s! En ze hebben elk jaar een thema he, dit jaar is het thema Flower Power’. ‘Toepasselijk’, zei ik. X weidde nog wat verder uit over hoe mooi de bloemenvelden waren en hoewel ik me niet kon voorstellen dat ik ooit zonder dat er een geladen pistool op mijn hoofd gericht stond een kaartje zou kopen voor de Keukenhof, haakte er toch iets vast in mijn gedachten. Die bloemenvelden dat zou toch eigenlijk best mooi moeten zijn, zo’ n abstracte gekleurde lap in het landschap. En voor ik het in de goed en wel in de gaten had googelde ik ‘bloemenvelden nederland’. En ineens las ik begrippen als ‘bollenstreek’ en dat deed een heel klein belletje uit ik denk mijn lagere schooltijd rinkelen. O ja bollenstreek. Ik las Noord Holland, Leiden, Sassenheim, Lisse en Warmond. Warmond. Ik kende Warmond alleen als pseudoniem achternaam van een dichter die ik vroeger las. Dus besloot ik dat ik de volgende dag toeristje zou gaan spelen. Op mijn racefiets. Met de blauwe draak zou het allemaal wel heel lang gaan duren maar met mijn racefiets ( de paarse haas) zou het perfect zijn. Ik had wat dorpsnamen opgeschreven zodat ik een idee had waar ik heen zou gaan. Kruisweg, Bentwoud, Zoeterwoude dorp, Leiderdorp en eerder genoemde namen. Zogezegd zo gedaan. Het was joepielekker weer, dus dat ik tien keer de verkeerde kant op fietste maakte niet uit. En tjongejonge wat is Nederland een cliché zeg: Maar hoe leuk en lollig ook, ik was ondertussen al bij Warmond aangeland en nog geen tulp gezien. Als je mij bent is het heel goed mogelijk om onbewust op een dusdanige manier door de bollenstreek te fietsen, dat je alle bloemenvelden mist. Ik kan dat. En ik had ondertussen na een km of 50 gefietst te hebben toch wel recht op een beetje tulpenveld vond ik. Dus toen ik toch bij de lokale bakker een krentenbol ging halen vroeg ik ernaar. ‘O gewoon rechtdoor hierzo’ zei ze. En inderdaad. Ik voel dat er een levenslang Libelle abonnement uit mijn hoofd komt groeien want het klinkt natuurlijk te kneuterig voor woorden maar ik zeg je: het was echt fantastisch. Als gigantische abstracte kleurvlakken in een landschap. Het was ronduit bizar. Wat nog bizarder was waren de hordes toeristen die als wespen op een glaasje limonade af waren gekomen. Nou niet als wespen. Het was meer een sprinkhanenplaag. Wauw. Ik heb nog nooit zoiets schaamteloos gezien. Op Donald Trump na dan maar dit komt op een goede tweede plek. Mensen liepen dwars over de velden heen, gingen erin liggen, zitten, staan, wandelen. Het was volkomen losgeslagen. Dit ziet er heel vredig uit maar dat was het niet. En vervolgens kwam ik langs volkomen dichtgeslibde wegen. Ik was nog een km of 5 van de Keukenhof verwijderd maar het keek alsof er een totale Exodus was. Eigenlijk een Inodus richting de Keukenhofingang. Ik fietste er tussendoor, horden toeristen ontwijkend. Het gaf me het gevoel dat ik in een film fietste. Het was bizar en grappig en pijnlijk en ook wel ontroerend op een absurde manier. In de verte zag ik een ingang van de Keukenhof als een baken ( ja daar is het weer: als ik het woord baken kan gebruiken zal ik het doen ook) in een totale toeristen warzone. Ik fietste er rustig tussendoor, nam een slokje water uit mijn bidon en fietste verder. Het was fijn om toeschouwer te zijn zonder er iets mee te hoeven. Na de Keukenhof zag ik nog meer tulpenvelden waar bijna niemand was. Ik at een ijsje in Hillegom. Ik nam in Haarlem de trein terug. Het was een mooie dag. Tip: ga nooit naar de Keukenhof. Maar mocht je een keer niks te doen hebben en de zon schijnt ergens half april: die bloemenvelden zijn de moeite waard.
0 Reacties
Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |