BalkonVanaf de bank in de kamer zie ik het balkon en de tuin van de overbuurvrouw. Op het balkon staat een knalrode houten stoel en een tafeltje. In de tuin staan witte plastic stoelen. De overbuurvrouw heeft ook een overbuurkind en twee overbuurhondjes. Het overbuurkind is denk ik een jaar of 17 en heeft groen haar en alleen al daarom vind ik het een leuk persoon. Het is belangrijk dat er jonge mensen zijn die hun haar groen verven of roze en buiten de perfecte wereld stappen. De overbuurhondjes blaffen heel vaak. Soms worden ze buitengesloten en staan ze in de overbuurtuin in het niks te blaffen. In de winter zie ik met name de hondjes. Maar zodra het iets beter weer wordt zie ik ‘s ochtends de overbuurvrouw in een smurfblauwe badjas op de rode stoel zitten. Ze rookt. Terwijl ze rookt doet ze iets met haar telefoon en soms leest ze een krant/tijdschrift/boek dat kan ik niet zo goed zien. Het is een fantastisch beeld. Er gaat een bepaalde rust en genoeglijkheid en troost vanuit. De overbuurvrouw laat zich mooi niet gekmaken. Zelfs de overbuurhondjes blaffen niet. Dat doen ze pas als de overbuurvrouw opstaat. Dan is de sigaret op en gaat de dag beginnen.
0 Reacties
Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |