Op het strand liepen weinig mensen. De mensen die er liepen waren met een hond of meerdere honden. Zelf was ik met de blauwe draak. Het was mistig, maar niet van die kleffe permanente spookmist, het was wolkenmistig, mist die je ook wel eens hebt als je op een berg bent. Af en toe is het dan ineens mistig omdat je omringd wordt door wolk en die trekt dan weer verder en dan is het weer helder. De mensen en de honden zagen er voor zover ik kon zien gelukkig uit. Sommigen renden achter een bal aan of speelden met een frisbee. Sommige mensen leken wat afwezig en dat maakte allemaal niet uit. Ik fietste een mistwolk in en ineens was iedereen verdwenen. Ik hoorde de zee alsof het geluid zachter was gezet. Ik zag niet meer waar het strand overging in de lucht. Ik vroeg me af of ik ineens per ongeluk aan het einde van de wereld terechtgekomen was. Ik had weinig zin om om te draaien dus ik gokte erop dat het goed zou komen. Het was een goed gevoel. Het duurde best lang. Toen trok de wolkmist weer verder en was ik weer gewoon op het strand. Ik hoefde maar een klein stukje zee te doorwaden.
0 Reacties
Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |