Opeens besloot ik dat ik wilde gaan fietsen. Gewoon gaan. Geen rondje, geen route, gewoon gaan en wel zien waar je uitkomt. Ik pakte een tas in met daarin een tandenborstel en tandpasta, zeep, schoon ondergoed en extra fietskleding plus een reserveband en wat fietsrepareerspullen ( wat trouwens echt nergens op slaat, ik schiet al in een zenuwtoeval als ik mijn achterwiel los moet halen maar ik heb mezelf wijsgemaakt dat ik-in geval van nood- zelf mijn fiets kan repareren, laten we hopen dat ik er nooit achter kom of dit klopt), pinpas en paspoort erbij en hoppetaa alles op de fiets gebonden. Ik vertrok vrijdagmiddag om 15:30 wat natuurlijk een achterlijke tijd is om nog op reis te gaan maar tegelijkertijd was het de beste tijd want het was de tijd om iets te doen wat alleen leuk is als je het niet gaat analyseren. Dus ik ging fietsen. Rotterdam uit, langs Sliedrecht (volkeybalhoofdstad van Europa 2018, 2019, jaaaaaa dat wist je niet he) en verder en ik vroeg me af of ik hier ooit eerder gefietst had. Ik stpte bij een tankstation voor water en ik fietste verder langs het water, langs industrie, over een dijk en verder. Het was mooi om te fietsen zonder doel alhoewel België wel ergens in mijn hoofd zat. Toen het donker begon te worden zocht ik een slaapplek. Ik googelde wat en vond een hotel dat “ de verdwaalde kogel” heette en op basis van die naam leek me dat een goede keus. Het hotel lag in Heusden. Daar was ik zeker weten nog nooit geweest. Ze hadden een kamer en ik mocht mijn fiets in de garage zetten dus claro. De kamer was klein, oud en heel warm. Ik vond het prima. Ik was moe en blij. De volgende ochtend vertrok ik redelijk vroeg. Het mooie aan ergens heen fietsen zonder dat je weet waarheen is dat je niets hoeft met je omgeving. Je hoeft alleen maar te kijken, je bent er geen actief onderdeel van. Of eigenlijk ben je er wel onderdeel van maar je hebt er geen relatie mee. Je passeert. Het is fijn om fietsreiziger te zijn. Bij Spoordonk besloot ik om verder door Brabant te fietsen, maar Middelbeers, Vessem, Duizel en Bladel. En even naar België want het is een leuk idee dat ik naar België kan fietsen. Toen ik daar was ging ik lekker mountainbiken door het bos. Dat bleek best te kunnen met bepakking. Ik kon geen slaapplaats vinden. Dat was eigenlijk ook wel prima want ineens had ik zin om weer naar huis te gaan. Dus ging ik maar huis. Ik was nog geen twee dagen weg maar het voelde als veel langer. Onderweg zijn op je fiets zonder einddoel is een soort magisch. Zeker als het warm en zonnig is en je niet helemaal ( of helemaal niet) weet waar je bent. Dan wordt de tijd vloeibaar en lijkt het alsof alles mogelijk is. En dat is het ook.
0 Reacties
Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |