‘Ik ben X, ik ben de fysiotherapeut van Het Bedrijf en ik ga je een aantal vragen stellen en met jou kijken in welk programma je past’. Ik zat tegenover een man met een blond knotje en een blonde puntbaard die me vanachter zijn blonde brilglazen langdurig aan bleef kijken. ‘Hoe voel je je?’ ‘Goed’ zei ik. ‘En verder?’ zei X ( ik weet oprecht zijn naam niet meer). Ik vond het een onduidelijke vraag. Ik vroeg wat hij bedoelde. ‘Nou hoe zit je in je vel?’ Ik begon me te irriteren en ik dacht bij mezelf, wauw nu al, ik ben net 5 minuten in deze kamer. ‘Hoe zit het met je leefstijl gewoonten ?’ ‘ Ik heb daar vragenlijsten over ingevuld, heb je die gelezen?’ vroeg ik. ‘Dat ging namelijk over mijn leefstijl’. Ik zag iets in de ogen van X. Hij heeft het dus niet gelezen dacht ik. ‘Ik heb de uitslagen van de test even doorgenomen maar ik zag niets bijzonders en ik bespreek de vragen graag net jou persoonlijk, waarom vraag je dit?’ Vroeg X en ik zag dat hij erom heen draaide. ‘Ik vraag je dit omdat ik me zowel tijdens het invullen van de vragenlijsten als tijdens dit gesprek kwetsbaar opstel en ik vind dat prima maar dan wil ik wel een eerlijk en gelijkwaardig gesprek. En daarom stel ik je deze vraag’ antwoordde ik. ‘ Ik werk hier nu 4 jaar en nog nooit heeft iemand me dit gevraagd, over of ik de vragenlijsten heb gelezen,’ zei X met een zweem van irritatie. Ik zou zeggen dat dit misschien een bepaalde overbetrokkenheid van jouw kant is?’ Lul, dacht ik, jij hebt je voorbereiding niet gedaan en daar wil je mij mee opzadelen, maar ik zei: ‘ Ik vind het eerder schokkend dat niet meer mensen dit vragen. Het is de basis voor de gesprekken. Dat is geen overbetrokkenheid dat is open en eerlijk kunnen zijn. Als je zou zeggen: sorry ik heb het niet gelezen vind ik dat prima. Want daar is vast een goede reden voor. Waar het me om gaat is of we een eerlijk en goed gesprek kunnen voeren’ zei ik. ‘ Ik sta aan jouw kant he’ zei X en hij zette opnieuwzijn doordringende blik-gezicht op. Je hebt geen idee van mijn kant, dacht ik maar ik zei ‘Daar ga ik vanuit’. En zo blubberde het gesprek nog even door. Ineens zei hij: ‘die vragenlijsten zijn gewoon voor de verzekering he daar kijken we niet echt naar’. ‘Helder’ zei ik. Af en toe deed X een aanname ( “ik merk dat je je daar druk om maakt, dat je boos bent”, en: “ik wil je graag leren hoe je met deze gedachten om kunt gaan”) en luisterde hij vooral naar zijn eigen verhaal ( “ik ben ook yoga docent trouwens”). Ik vroeg me ondertussen af waarom een fysio zichzelf een psychologen rol toedichtte maar het leek me slim om dit even niet ter sprake te brengen. ‘Wat doe je aan sport?’ Fietsen, mountainbiken, hardlopen’ zei ik. ‘En voor je ontspanning?’ ‘Fietsen, mountainbiken, hardlopen’ zei ik. ‘ Wandel je wel eens ?’ Vroeg X. Alleen als ik net daarvoor een fysio heb afgetuigd dacht ik maar ik zei: ‘zeker wel’. ‘En dan tot slot even kijken hoe het staat met je fysieke fitheid. Ga even staan’. Ik ging staan. Kun je met je schouders rollen? Ik rolde met mijn schouders en in gedachten met mijn ogen. ‘Ga even op je linkerbeen staan. En op je rechter. Kijk even naar links. En naar rechts. Ja hoor ik zie het jij zit prima in je lijf.’
W.A.U.W. dacht ik. Waaaaaauuuuuwwwww. ‘Toppie’ zei ik. ‘Dan heb je nu even pauze’ zei X. ‘Zometeen heb je een afspraak met de psycholoog’. Dat weet ik flapdrol, ik heb die afspraak tenslotte zelf gemaakt maar ook dat zei ik niet. ‘Ok, dag,’ zei ik en ik dacht: Erger dan dit kan het toch niet worden. En dat werd het niet. De psycholoog was een opmerkzame vrouw die goede vragen stelde. Bij haar kwam het geen seconde bij me op om over de vragenlijsten te beginnen. Zij was duidelijk goed in haar vak. Ze bleek niet meer voor Het Bedrijf te werken, alleen even nu. ‘Maar ik heb alle vertrouwen in mijn ex collega’s’ zei ze. Nu ik nog, dacht ik. Wordt vervolgd. ZondigIn het kader van het optimaliseren van mijn fysieke en mentale gezondheid vindt mijn werkgever het een goed idee dat ik meedoe aan een zesweeks traject bij bedrijf X ( voor de verdwaalde manager die per ongeluk op dit weblog terechtgekomen is: topzinnetje he, ik zou zeggen doe er je voordeel mee). In het kader van mijn fascinatie voor cultureel antropologische experimenten lijkt het mij ook op zijn minst interessant. Anyhoodle ik moest een aantal vragenlijsten invullen. Zelf heb ik ontelbare keren vragenlijsten in moeten vullen voor leerlingen bij wie een onderzoek plaats diende te vinden en nu mocht ik 4 vragenlijsten invullen met betrekking tot mijn eigen staat van zijn. Voor wie nu denkt: hoezo dan, wat is er? Ik heb een burn out en daarom ben ik momenteel niet aan het werk. Ja dat was nogal heftig en ik heb er een hoop van geleerd en soms is het heel kut en ondertussen gaat het steeds beter. De vragenlijst. De leefstijltest was een makkie. Met daarin onder andere de vragen: Hoe vaak per week eet u vet vlees zoals worsten en spek? Hoe vaak drinkt u 8 (of meer) eenheden alcohol? Maakt uw omgeving zich zorgen om uw alcoholgebruik? Bent u bang dat u zich op een bepaalde manier gaat gedragen waar u zich later voor schaamt? Ik bedacht me ineens dat ik het wel een goed idee zou vinden dat alle politici deze vragenlijst invullen en dat de antwoorden openbaar worden gemaakt. Maar dat even terzijde. Ik kreeg online complimenten voor mijn gezonde levensstijl. Joepie. Ook kreeg ik de vraag: voelt u zich zondig en vindt u dat u gestraft moet worden?
Wauw. Even kreeg ik de neiging om ja in te vullen. Kijken wat er gebeurt tijdens de persoonlijke gesprekken morgen. Maar ik deed het toch maar niet. Het deed me een beetje denken aan de vragenlijst die je aan boord van een vliegtuig in moet vullen als je onderweg bent naar de VS. Bent u lid van een terroristische organisatie? Nou als ik het al was zou ik toch de vraag met nee beantwoorden. Ok het is niet helemaal hetzelfde maar het is wel een psycho-radar die vraag. Zondig? Nou eh nee. Ik ben een hoop dingen maar zondig? Wat is zondig eigenlijk? Ik associeer zondig met strenge religies waarin mannen bepalen wie er zondig is ( open deur: vrouwen zijn zondig en voor de rest alles wat afwijkt van de norm gesteld door die mannen). Een andere vraag die in verschillende vormen terugkwam is of ik mijn emoties kon controleren. Nou dat hangt er maar vanaf aan wie je het vraagt. Ik vind van wel. Maar de Audi rijder die me bijna aanreed op het zebrapad denkt daar waarschijnlijk anders over. Na 4 vragenlijsten was het tijd voor een fles wijn en een kant en klaar maaltijd. Grapje. Morgen mag ik op visite bij een fysio en een psycholoog. Ik ben benieuwd. BoerenOm redenen die mijzelf ook niet helemaal duidelijk waren was ik gisteren aanwezig bij een bijeenkomst/informatiedag/workshop/etc. voor mensen die biologisch boer/tuinder/bloemkweker/zorgboerderijhouder ( bedenk de overige variaties zelf maar) wilden worden. Nou ja het was niet helemaal onduidelijk, het was onderdeel van een verjaardagsexpeditie voor K. Het mysterie was meer dat ik zelf ook besloot te blijven terwijl ik helemaal niks heb met welke vorm van boeren dan ook. Van te voren had ik gerekend op 200 man in een collegezaal achtige setting waarbij ik ongezien weg zou kunnen sluipen richting de verdekt opgestelde lunch en daar al boek lezend en broodjes etend een gezellige ochtend zou hebben. Dat ging niet door. Er waren ongeveer 20 mensen en we zaten in een kring in een witte kamer zo groot als een huiskamer. Het bleek een fascinerende ochtend. Het was heel interessant om te luisteren naar iets waar ik niks van weet, niks mee hoef en waarover met grote passie en liefde gesproken werd. Het ging over kernwaarden en maatschappen, over coöperaties en grondfondsen, over oude boeren en wonen in een caravan. Voor de duidelijkheid: het ging niet over veehouderij want dan zou er vrees ik een heel ander soort gesprek gevoerd worden. Het had voor mij een soort lichtheid. En iedereen was zo aardig. Gewoon aardig. De lunch viel tegen, dat was jammer maar had met mijn eigen verwachtingen te maken: ik had een soort Ot en Sien visioen van roggebrood en pannenkoeken en zelfgemaakte jam maar er lagen broodjes kaas en er was de meest smakeloze hummus ooit. Maar het was er wel. En alles was vegetarisch en biologisch. Bonuspunten. Na de lunch was mijn boerenquotum wel bereikt en liet ik de jarige achter om zelf een rondje te gaan fietsen. In een bos buiten Ede. Ik dacht aan of het wel klopt dat je altijd opnieuw kunt beginnen. Misschien is het meer dat je nieuwe fouten maakt. Het deed er even niet toe ik concentreerde me op het zand, de boomwortels en op de geur van dennen. Het rook heerlijk. Er was geen enkel ander mens.
Buurman TEen paar huizen verderop woont T. T. Is een oudere man die op een zolder woont. Het is een beetje moeilijk inschatten hoe oud buurman T is want door een combinatie van het leven en een royaal alcohol- en tabak gebruik ziet hij eruit als zeventig maar hij zou zomaar vijftien jaar jonger kunnen zijn. T hangt vrijwel altijd uit het raam en becommentarieert het leven tegen wie er dan ook toevallig langsloopt. Hij roept veel maar hoort wat minder. T is de buurman die bijna iedereen wel zijn straat heeft wonen of die je in de buurt ziet lopen. T loopt op pantoffels, hij heeft af en toe een rode hoed op, draagt een bordeaux rode broek en een trui met ingewikkelde patronen. Als het zonnig is heeft T een zonnebril die je in de jaren negentig via tell sell kon kopen ( over tell sell vertel ik ook nog een keer want ik vind tell sell een uitermate fascinerend iets). In het begin begreep ik T niet zo goed en vond ik zijn grappig of complimenteus bedoelde opmerkingen niet grappig of complimenteus. Tegenwoordig hebben T en ik een goede modus gevonden. Tenslotte modder ik ook maar gewoon wat aan in het grote geheel en hij ook. Dat is reden genoeg voor een praatje. Dat gaat ongeveer zo: ik groet hem ( hard roepend terwijl ik zwaai ), hij roept wat, ik roep wat terug terwijl ik blijf staan en omhoog kijk en soms luistert hij naar wat ik zeg en geeft hij antwoord. Meestal zit hij een beetje in zijn eigen monoloog en dat is ook goed. Gisteren verliep het gesprek als volgt:
Ik ( omhoog kijkend): Hoi T! Hij: Hee! Hebbie je korte broek niet aan? Ik: nee want.. Hij (onderbrekend): kloteweer he het is ook geen weer voor korte broeken he Ik: inderdaad T, doe er es even wa... Hij: ( gewoon verder roepend) ja het is tering weer en dat blijft het! Het is al mei he! Mei! Ik: ik weet het T, maar.. Hij: mei he! Dat is toch niet normaal! We hebben nog maar heel kort he! Mei, dan komt juni en dan... ( hier moet T even nadenken)... Juli, ja juli en dan ja augustus maar dan hebbie het alweer gehad! We hebben dus eigenlijk alleen juni en juli nog en dan gaan we alweer naar de herfst! En ik kan ook niet verhuizen he want ik heb een hondje! ( dat hondje is ook een verhaal op zich maar dat komt een andere keer). Ik (ik schiet een beetje in de lach) ja balen T, hopelijk wordt het gauw beter maar nu ga ik. Ik moet naar de kapper. Doei! Hij (alsof hij me niet hoort) drie maanden he en dan begint het gedonder alweer! En dan roept hij nog even na Dag he! Hee moet je naar de kapper? Voorzichtig he! Niet te veel eraf! Vervolgens praat hij nog even verder. Voor zichzelf of tegen de duiven of gewoon omdat hij het nog even kwijt wil. Het punt is dat ik T helemaal begrijp met zijn angst voor een continue herfst. Ik schoot weliswaar in de lach maar ik kan niet beweren dat ik zijn herfst angst niet deel. Ik heb dus meer overeenkomsten met T dan je zou denken. En dat is ook wel relativerend. Misschien moet ik eens pantoffels kopen. BeerHeel graag zou ik een keer een beer in het wild willen zien. Op het moment dat deze wens in vervulling gaat denk ik daar wellicht ineens heel anders over en terwijl ik dit schrijf twijfel ik of mijn wens echt een wens is. Laten we zeggen: Ik zou graag vanaf een veilige afstand een beer in zijn natuurlijke habitat willen zien zonder dat ik hem stoor en zonder dat hij mij opmerkt. Een tijdje geleden plopte de berenwens ook in mijn hoofd op en stelde ik K voor om naar de Abruzzen te gaan deze zomer. Dat is een gigantisch natuurgebied in Italie waar beren leven. Ik ben ooit 1x eerder in (een deel van) de Abruzzen geweest en het was een magisch bos, een bos uit the Lord of the rings. Het soort bos dat van een intimiderende schoonheid is, een woud. Het soort woud waar je niet moet verdwalen omdat je dan nooit meer gevonden wordt. Het maakte indruk op me ook al stond ik maar zo’n beetje aan de rand. Nu ik er over nadenk is mijn berenwens een beetje raar. Consequentieloos. Een beetje alsof je wenst dat je oneindig veel snoep kunt eten zonder dat je dik en ongezond wordt en een slecht gebit krijgt.alhoewel, dat is een stuk stommer dan mijn berenwens. Een beer in het wild zien heeft een aantal mogelijk minder leuke consequenties. Mijn wens heeft te maken met een gevoel dat beren bij mij oproepen: ik vind beren echt fenomenale dieren. Ik bewonder ze. Moet ik er ook weer bij zeggen dat ik veel dieren fenomenaal vind: reuzenotters, hommels, mensapen, araipa’s, mieren, aalscholvers, olifanten, wilde zwijnen, maki’s, tapirs en Olli. Olli is de hond van E en Olli is een klasse apart. Hij verenigt een aantal jaloersmakende eigenschappen in zich. Maar dat ook even terzijde. Vandaag tijdens een wandeling in het stadspark van Maastricht zag ik een beer in het wild. Hij /zij zag er treurig uit, moedeloos, voor zover ik kon zien dan, ik hield natuurlijk gepaste afstand. Hij heeft denk ik te veel mensen gezien. Dat is niet goed voor beren. Voor de meeste dieren niet ben ik bang. Dus misschien is het beter dat mijn berenwens afsterft en nooit uitkomt. Beter voor de beren en beter voor mij.
|
Archieven
Augustus 2020
AuteurMiriam R Categorieën |